Skip to main content

Prinsjesdag 2019 en vastgoed

By 18 oktober 2019september 17th, 2020nieuws

prinsjesdag

Datum: 18.10.2019

Op Prinsjesdag zijn een aantal belastingplannen gepubliceerd die, als ze doorgaan, impact hebben op beleggers in de vastgoedmarkt. Ik wil hierbij nog een keer benadrukken dat e.e.a. nog lang niet definitief is. De plannen moeten er eerst doorkomen. Als dit lukt is het nog maar de vraag in welke vorm. De soep wordt nooit zo heet gegeten, als zij wordt opgediend. Van de andere kant is het tijdig nadenken over en anticiperen op, (eventuele) veranderingen van cruciaal belang zeker in deze sector. Ik zal hieronder een korte en zo duidelijk mogelijke opsomming geven van de besproken plannen.

  1. Stimulering woningmarkt
    Er wordt 1 miljard euro vrijgemaakt om de woningbouw te stimuleren in zogenaamde schaarstegebieden om de toegankelijkheid van de woningmarkt te verbeteren. Er wordt een boost gegeven aan de bouw van betaalbare woningen gericht op middeninkomens.
  1. Het aanjagen van nieuwbouw via de verhuurdersheffing in schaarstegebieden
    Met een impuls van 1 miljard euro in de verhuurdersheffing wil het kabinet woningcorporaties en andere verhuurders stimuleren om meer betaalbare (sociale en middenhuur-) woningen te bouwen.
  1. Verhoging overdrachtsbelasting
    Het overdrachtsbelastingtarief voor starters zal worden afgeschaft. Tegelijkertijd wordt deze belasting voor beleggers waarschijnlijk verhoogd in 2021 naar 7%.
  1. Wettelijke zelfbewoningsplicht voor nieuwbouwwoningen in schaarstegebieden
    Steeds meer gemeenten overwegen bij nieuwbouwprojecten in schaarstegebieden een zelfbewoningsplicht in te voeren. Dit houdt in dat een koper van een nieuwbouwwoning deze voor een vooraf vastgestelde periode (vaak 1-2 jaar) verplicht zelf moet bewonen en dus niet mag verhuren. Op deze manier proberen gemeenten buy-to-let (het kopen van een woning om vervolgens te verhuren) tegen te gaan.
  1. Strengere regels voor beleggingshypotheken
    De Nederlandse banken denken erover de hypotheek regels en eisen voor hypotheken voor de investering in beleggingspanden aan te scherpen.
  1. Energiebelasting
    Energiebelasting op aardgas gaat omhoog. Daartegenover daalt de belasting op elektriciteit.
  1. Nieuwe opzet box 3
    Op vrijdag 6 september 2019 heeft de staatssecretaris van Financiën, dhr. Snel, in een brief aan de Tweede Kamer de contouren geschetst voor een aangepaste vermogensrendementsheffing in de inkomstenbelasting, box 3. De verwachting is dat in de zomer van 2020 een uitgewerkt voorstel bij de Tweede Kamer wordt ingediend, waarna het streven is het eventueel aangepaste stelsel per 1 januari 2022 van kracht te laten gaan.

Om de veranderingen zo eenvoudig en duidelijk mogelijk weer te geven maak ik gebruik van een voorbeeld. Zowel voor de huidige situatie als de nieuwe situatie.

Voorbeeld:
Stel, je hebt in privé € 2,5 miljoen box 3-bezittingen, waarvan € 200.000 spaargeld, een aandelenportefeuille van € 1 miljoen en € 1,3 miljoen beleggingspanden die gefinancierd zijn met € 600.000 hypotheek.

Huidige situatie

2.500.000 euro – 600.000 euro = 1.900.000 euro – 30.360 ( heffingsvrij vermogen ) = 1.869.640 euro Belastbaar vermogen.

Schijf 1 tot en met 71.650 euro 1,935% = 1386,43 euro
Schijf 2 Vanaf 71.651 euro tot en met 989.736 euro 4,4512% = 40863,96 euro
Schijf 3 Vanaf 989.737 euro 5,6% = 49247.35 euro.

Totaal

91500,74 euro x 30% = 27.450 euro

rekenvoorbeeld

Voorlopig voorstel<

Volgens het voorlopig voorstel wordt dat circa 34.000 euro:

Vermogen Forfaitair rendement
Spaargeld € 200.000 0,09% € 180
Beleggingen € 2.300.000 5,33% € 122.590
Leningen € -600.000 3,03% € -18.180 +
Totaal € 1.900.000 € 104.590
Heffingvrij box 3 inkomen € 400
Grondslag € 104.190
Vermogensbelasting 33% x € 104.190 = € 34.382

Een stijging van bijna 24% ten opzichte van de huidige situatie.

Heeft u behoefte aan advies? Neem contact met ons op!